Kasteel Westerflier werd in 1854 gekocht door de familie Schimmelpenninck. Rutger Jan, Graaf Schimmelpenninck was in die tijd minister van financiën. De Viersprong is gebouwd in 1858 als jachthuis/café van kasteel Westerflier. Rutger Jan had destijds grootse plannen in de omgeving, hij liet een steenfabriek, een winkel annex bakkerij, een windmolen en boerderijen bouwen. Ook regelde hij dat er een halteplaats kwam aan de spoorlijn Zutphen – Hengelo.
De Viersprong zou moeten dienen als centrum van het dorp en als rustplaats voor de jacht. Ook was de Viersprong oorspronkelijk een diligencepost, er doorheenrijden en dan droog in- en uitstappen. Maar de kwaliteit van de moazevelderstenen was slecht en de molen brandde af, het station is buiten dienst, alleen een café zonder dorp bleef over.
1860 was een roerige periode, de gronden werden verdeeld onder de markegenoten. Ook werd tussen Lochem en Diepenheim een nieuwe kaarsrechte weg aangelegd.
Grote stoomlocomotieven passeerden over de pas aangelegde spoorlijn, en stopten bij de halte. De eerste bewoners van de Viersprong waren Harmen Nijhof en Fenneken Oudenampsen, ze kwamen van Kasteel de Cloese in Lochem waar ze knecht en dienstmeid waren. Toen de Cloese werd verkocht kozen ze voor de Viersprong.
In 1864 kwam de weduwe Runneboom(zus van Harmen) met haar zoontje Jan Willem (1861) bij hen wonen. Jan Willem Runneboom was van 1905 tot 1957 de uitbater van de Viersprong, omdat Nijhof geen kinderen had. Daarna nam zijn zoon Gerrit Jan het over om het café annex boerderij te runnen. Gerrit Jan was tweemaal getrouwd, zijn eerste vrouw overleed op jonge leeftijd, hij hertrouwde vrij snel met Geertruida van Schooten en kreeg bij haar(na Willem en Hanna) nog twee kinderen, Berend Jan en Dinie. Sinds 1988 Gea en Jacco de uitbaters van dit historische horecapand.
